SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Substantive
Aufwand
[Kosten]
Pl.: Kosten
Aufwendungen
Pl.: Kosten
Erhaltungskosten
Pl.: Kosten för de Instandholen
Erhaltungskosten
Pl.: Kosten för de Instandhollen
Ersparnis
[an Kosten]
Pl.: spoorte Kosten
Fixkosten
Pl.: faste Kosten
Folgekosten
Pl.: wiedere Kosten
Kosten
Pl.: Kosten
Kostenersparnis
Pl.: spoorte Kosten
Kostenpunkt
Pl.: Kosten
Wiederbeschaffungskosten
Pl.: Kosten för Wedderbesorgen
Verben
(etw)
kosten
[etw schmeckend probieren]
(wat)
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
probieren
[(etw) kosten/auf Geschmack prüfen]
(wat)
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
hineinschlingen
[viel kosten]
veel
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
verschlingen
[viel kosten]
veel
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
beanspruchen
[etw benötigen/brauchen]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
erfordern
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
kosten
[Geld]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
kosten
[etw erfordern]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
kosten
[etw als Folge haben]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
machen
[vom Geld: etw kosten]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
schmecken
[Geschmack feststellen]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
verlangen
[etw erfordern/nötig haben]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
versuchen
[den Geschmack von etw feststellen]
wat
kosten
Konjugation
×
Konjugation von kosten
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
kosten; kost, kost
ik
kost
kost
(kostde, kostede)
kost
du
kost
kost
(kostdest, kostedest)
he/se/dat
kost
kost
(kostde, kostede)
wi/ji/Se/se
kost
(kosten)
kosten
(kostden, kosteden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
Adjektive und Adverbien
kosteneffizient
[preiswert, kostengünstig]
mit wenig
Kosten
kostengünstig
mit wenig
Kosten
Ausdrücke, Redensarten, Wendungen
anzeigen
das
ist
kostensenkend
dat
sett
de
Kosten
/
Kösten
dal
weitere Treffer anzeigen
weitere Treffer
Substantive
anzeigen
Anfahrtskosten
Pl.: Anfohrtskosten
Anlaufkosten
Pl.: Anloopkosten
Anlaufkosten
Pl.: Anfangskosten
Anschaffungskosten
Pl.: Koopkosten
Arbeitskosten
Pl.: Arbeitskosten
Arztkosten
Pl.: Dokterkosten
Ausbildungskosten
Pl.: Utbillkosten
Baukosten
Pl.: Bokosten
Baukosten
Pl.: Bukosten
Baukostenzuschuss
Bokostentoschuss
m
, Pl.: Bokostentoschüss
Baukostenzuschuss
Bukostentoschuss
m
, Pl.: Bukostentoschüss
Betriebskosten
Pl.: Bedriefskosten
Bewirtungskosten
Pl.: Vertehrkosten
Durchleitungskosten
Pl.: Dörchleidkosten
Erschließungskosten
Pl.: Opsluutkosten
Erschließungskosten
Pl.: Opslüütkosten
Erschließungskosten
Pl.: Upsluutkosten
Erschließungskosten
Pl.: Upslüütkosten
Erzeugungskosten
[Landwirtsch]
Pl.: Anbukosten
Erzeugungskosten
[Landwirtsch]
Pl.: Anbokosten
Fahrkosten
Pl.: Fohrkosten
Fahrtkosten
Pl.: Fohrtkosten
Fertigungskosten
Pl.: Herstellkosten
Fertigungskosten
Pl.: Produkschoonskosten
Finanzierungskosten
Pl.: Finanzkosten
Fixkosten
Pl.: Fixkosten
Gemeinkosten
Pl.: Gemeenkosten
Geschäftskosten
Pl.: Geschäftskosten
Gestehungskosten
Pl.: Herstellkosten
Heizkosten
Böötkosten
f
Heizkostenzuschuss
Böötkostentoschuss
m
, Pl.: Böötkostentoschüss
Herstellungskosten
Pl.: Herstellkosten
Herstellungskosten
Pl.: Produkschoonskosten
Instandhaltungskosten
Pl.: Instandhoolkosten
Instandhaltungskosten
Pl.: Instandhollkosten
Kapitalkosten
Pl.: Kapitalkosten
Kosten-Nutzen-Analyse
Kosten-Nutten-Ünnersöken
f
, Pl.: Kosten-Nutten-Ünnersöken/~s
Kosten-Nutzen-Analyse
Kosten-Nütten-Ünnersöken
f
, Pl.: Kosten-Nütten-Ünnersöken/~s
Kosten-Nutzen-Analyse
Kosten-Nutten-Analyys
f
, Pl.: Kosten-Nutten-Analysen
Kosten-Nutzen-Analyse
Kosten-Nütten-Analyys
f
, Pl.: Kosten-Nütten-Analysen
Kostenanstieg
Kostenanstieg
m
Kostenanteil
Kostenandeel
m
, Pl.: Kostenandelen
Kostenaufstellung
Kostenopstellen
f
Kostenaufstellung
Kostenupstellen
f
Kostenaufwand
Kostenopwand
m
Kostenaufwand
Kostenupwand
m
Kostenbelastung
Kostenlast
f
, Pl.: Kostenlasten
Kostenbewusstsein
Kostenbewusstween
n
Kostenbewusstsein
Kostensinn
m
Kostenbewusstsein
Kostenbewusstsien
n
Kostenbewusstsein
Kostenbewusstwesen
n
Kostendeckung
Kostendecken
f
, Pl.: Kostendecken/~s
Kostendruck
Kostendruck
m
Kostenexplosion
Kostenexploschoon
f
, Pl.: Kostenexploschonen
Kostenfaktor
Kostenfakter
m
, Pl.: Kostenfakters
Kostenfalle
Kostenfall
f
, Pl.: Kostenfallen
Kostenfrage
Kostenfraag
f
, Pl.: Kostenfragen
Kostenmiete
Kostenhüer
f
, Pl.: Kostenhüern
Kostenmiete
Kostenmeed
f
, Pl.: Kostenmeden
Kostenrechnung
Kostenreken
f
, Pl.: Kostenreken/~s
Kostenstelle
Kostenstell
f
, Pl.: Kostenstellen
Kostenträger
Kostendreger
m
, Pl.: Kostendregers
Kostenübernahme
Kostenövernahm
f
, Pl.: Kostenövernahmen
Kostenvoranschlag
Kostenöverslag
m
, Pl.: Kostenöverslääg
Krankenhauskosten
Pl.: Krankenhuuskosten
Krankheitskosten
Pl.: Krankheitskosten
Lagerkosten
Pl.: Lagerkosten
Lebenshaltungskosten
Pl.: Levenskosten/~kösten
Lebenshaltungskosten
Pl.: Tehrenskosten/~kösten
Lohnkosten
Pl.: Lohnkosten
Lohnnebenkosten
Pl.: Lohnnevenkosten
Materialkosten
Pl.: Materialkosten
Mehrkosten
Pl.: Mehrkosten
Mietkosten
Pl.: Hüerkosten
Mietkosten
Pl.: Meedkosten
Nebenkosten
Pl.: Nevenkosten
Nutzen-Kosten-Analyse
Nutten-Kosten-Ünnersöken
f
, Pl.: Nutten-Kosten-Ünnersöken/~s
Nutzen-Kosten-Analyse
Nütten-Kosten-Ünnersöken
f
, Pl.: Nütten-Kosten-Ünnersöken/~s
Nutzen-Kosten-Analyse
Nutten-Kosten-Analyys
f
, Pl.: Nutten-Kosten-Analysen
Nutzen-Kosten-Analyse
Nütten-Kosten-Analyys
f
, Pl.: Nütten-Kosten-Analysen
Personalkosten
Pl.: Personalkosten
Personalnebenkosten
Pl.: Personalnevenkosten
Reisekosten
Pl.: Reiskosten
Sachkosten
Pl.: Sakenkosten
Sanierungskosten
Pl.: Saneerkosten
Selbstkosten
Pl.: Egenkosten
Selbstkosten
Pl.: Sülvstkosten
Selbstkosten
Pl.: Herstellkosten
Selbstkostenpreis
Sülvstkostenpries
m
, Pl.: Sülvstkostenpriesen
Sonderkosten
Pl.: Sünnerkosten
Sonderkosten
Pl.: Extrakosten
Staatskosten
Pl.: Staatskosten
Standardkosten
Pl.: Regelkosten
Standardkosten
Pl.: Standardkosten
Steuerberatungskosten
Pl.: Stüerberaderkosten
Stromkosten
Pl.: Stroomkosten
Stückkosten
Pl.: Stückkosten
Telefongebühr
Pl.: Telefonkosten/~kösten
Treibstoffkosten
Pl.: Spritkosten
Übernachtungskosten
Pl.: Nachtkosten
Unkosten
Pl.: Unkosten
Verpflegungsmehraufwand
Pl.: Mehrkosten för Eten un Drinken
Versandkosten
Pl.: Versandkosten
Vertriebskosten
Pl.: Verdriefskosten
Vertriebskosten
Pl.: Verkoopskosten
Vollkosten
Pl.: Vullkosten
Vollkostenrechnung
Vullkostenreken
f
, Pl.: Vullkostenreken/~s
Vorspeise
Vörkost
f
, Pl.: Vörkosten
Wartungskosten
Pl.: Pleegkosten
Wegeunterhaltungskosten
Pl.: Weegkosten
Werbekosten
Pl.: Warvkosten
Werbekosten
Pl.: Reklaamkosten
Werbungskosten
[in allen hd Bed]
Pl.: Warfkosten
Wiederherstellungskosten
Pl.: Reparaturkosten
Wiederherstellungskosten
Pl.: Instandsettkosten
Wiederherstellungskosten
Pl.: Heelmaakkosten
Wiederherstellungskosten
Pl.: Utbeterkosten
Wiederherstellungskosten
[für ein Kunstwerk]
Pl.: Restauratschoonskosten
Zahnarztkosten
Pl.: Tähndokterkosten
Zahnarztkosten
Pl.: Tahndokterkosten
Adjektive und Adverbien
anzeigen
kostenbewusst
kostensinnig
Deklination
×
kostensinnig
Deklination
kostensinnige, kostensinnigen
kostenbewusst
kostenbewusst
Deklination
×
kostenbewusst
Deklination
kostenbewusste, kostenbewussten
kostenfrei
kostenlos
Deklination
×
kostenlos
Deklination
kostenlose, kostenlosen
kostenlos
kostenlos
Deklination
×
kostenlos
Deklination
kostenlose, kostenlosen
kostenneutral
kostenneutral
Deklination
×
kostenneutral
Deklination
kostenneutrale, kostenneutralen
Komparation
×
kostenneutral
Komparation
kostenneutraler, kostenneutralst
kostenpflichtig
kostenplichtig
Deklination
×
kostenplichtig
Deklination
kostenplichtige, kostenplichtigen
unentgeltlich
kostenlos
Deklination
×
kostenlos
Deklination
kostenlose, kostenlosen
kostenneutral
ahn/sünner
Extrakosten
Kosten
deckend
ahn/sünner
Mehrkosten
kostendeckend
ahn/sünner
Mehrkosten
zum Seitenanfang