Netzwörterbuch (SASS Plattdeutsch)

Hochdeutsch

Plattdeutsch

direkte Treffer

Verben

wat inwickelt formuleren

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
formuleren; formuleer, formuleert	ik	formuleer	formuleer (formuleerde)	formuleert
	du	formuleerst	formuleerst (formuleerdest)
	he/se/dat	formuleert	formuleer (formuleerde)
	wi/ji/Se/se	formuleert (formuleren)	formuleren (formuleerden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

etw verklausulieren

wat verklausuleren (selten)

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
verklausuleren; verklausuleer, verklausuleert	ik	verklausuleer	verklausuleer (verklausuleerde)	verklausuleert
	du	verklausuleerst	verklausuleerst (verklausuleerdest)
	he/se/dat	verklausuleert	verklausuleer (verklausuleerde)
	wi/ji/Se/se	verklausuleert (verklausuleren)	verklausuleren (verklausuleerden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

Ausdrücke, Redensarten, Wendungenanzeigen

zum Seitenanfang