Netzwörterbuch (SASS Plattdeutsch)

weitere Treffer

Substantiveanzeigen

Abgangsklasse

Afgangsklass f, Pl.: Afgangsklassen

Abschlussklasse

Afslussklass f, Pl.: Afslussklassen

Altersklasse

Öllersklass f, Pl.: Öllersklassen

Arbeiterklasse

Arbeiderklass f

Einkommensklasse

Inkamensklass f, Pl.: Inkamensklassen

Energieeffizienzklasse

Effitschenzklass f för Energie, Pl.: Effitschenzklassen ...

Energieeffizienzklasse

Effizjenzklass f för Energie, Pl.: Effizjenzklassen ...

Erste-Klasse-Abteil

Eerste-Klass-Afdeel n, Pl.: Eerste-Klass-Afdelen

Größenklasse

Gröttenklass f, Pl.: Gröttenklassen

Güteklasse

Döögklass f, Pl.: Döögklassen

Güteklasse

Döögdklass f, Pl.: Döögdklassen

Güteklasse

Göödklass f, Pl.: Göödklassen

Klassefrau

Baasfro f, Pl.: Baasfroens

Klassefrau

Baasfru f, Pl.: Baasfruens

Klassemann

Baaskeerl m, Pl.: Baaskeerls

Klassenarbeit

Klassenarbeit f, Pl.: Klassenarbeiden

Klassenaufsatz

Klassenopsatz m, Pl.: Klassenopsätz

Klassenaufsatz

Klassenupsatz m, Pl.: Klassenupsätz

Klassenausflug

Klassenutfloog m, Pl.: Klassenutflöög

der/die Klassenbeste

de Klassenbeste m⁄f, Pl.: de Klassenbesten

Klassenbewusstsein

Klassensinn m

Klassenbewusstsein

Klassenbewusstsien n

Klassenbewusstsein

Klassenbewusstwesen n

Klassenbewusstsein

Klassenbewusstween n

Klassenbuch

Klassenbook n, Pl.: Klassenböker

Klassenclown

Klassenkloon m, Pl.: Klassenkloons

Klassenclown

Klassenkasper m, Pl.: Klassenkaspers

Klassenerhalt

Klassenverblief m

der/die Klassenerste

de Klasseneerste m⁄f, Pl.: de Klasseneersten

Klassenfahrt

Klassenfohrt f, Pl.: Klassenfohrten

Klassenfeind

Klassenfiend m, Pl.: Klassenfienden

Klassenfeind

Klassenfeend m, Pl.: Klassenfeenden

Klassenfeindin

Klassenfiendsche f, Pl.: Klassenfiendschen

Klassenfeindin

Klassenfeendsche f, Pl.: Klassenfeendschen

Klassenfeindin

Klassenfiendin f, Pl.: Klassenfiendinnen

Klassenfeindin

Klassenfeendin f, Pl.: Klassenfeendinnen

Klassenfoto

Klassenbild n, Pl.: Klassenbiller

Klassenfoto

Klassenfoto n, Pl.: Klassenfotos

Klassengegensatz

Klassengegensatz m, Pl.: Klassengegensätz

Klassengesellschaft

Klassensellschop f, Pl.: Klassensellschoppen

Klassengröße

Klassengrött f, Pl.: Klassengrötten

Klassengröße

Klassengrötte f, Pl.: Klassengrötten

Klassenhass

Klassenwoot f

Klassenhass

Klassenhaat m

Klassenjustiz

Klassenjustiz f

Klassenkamerad

Klassenmaat m, Pl.: Klassenmaten

Klassenkamerad

Klassenkamerad m, Pl.: Klassenkameraden

Klassenkameradin

Klassenmaat m, Pl.: Klassenmaten

Klassenkameradin

Klassenmaatsche f, Pl.: Klassenmaatschen

Klassenkameradin

Klassenmatin f, Pl.: Klassenmatinnen

Klassenkameradin

Klassenkameraadsche f, Pl.: Klassenkameraadschen

Klassenkameradin

Klassenkameradin f, Pl.: Klassenkameradinnen

Klassenkampf

Klassenkamp m, Pl.: Klassenkämp

Klassenkasper

Klassenkloon m, Pl.: Klassenkloons

Klassenkasper

Klassenkasper m, Pl.: Klassenkaspers

Klassenkeile

Pl.: Klassenprügels

Klassenkonflikt

Klassenstriet m, Pl.: Klassenstrieden

Klassenkonflikt

Klassenkonflikt m, Pl.: Klassenkonflikten

Klassenkonflikt

Klassenkunflikt m, Pl.: Klassenkunflikten

Klassenlehrer

Klassenlehrer m, Pl.: Klassenlehrers

Klassenlehrerin

Klassenlehrersche f, Pl.: Klassenlehrerschen

Klassenlehrerin

Klassenlehrerin f, Pl.: Klassenlehrerinnen

Klassenlotterie

Klassenlotterie f, Pl.: Klassenlotterien

Klassenprima

Klasseneerste f, Pl.: Klasseneersten

Klassenprimus

de Klasseneerste m, Pl.: de Klasseneersten

Klassenraum

Klassenruum m, Pl.: Klassenrüüm

Klassenreise

Klassenfohrt f, Pl.: Klassenfohrten

Klassenreise

Klassenreis f, Pl.: Klassenreisen

Klassensprecher

Klassenspreker m, Pl.: Klassensprekers

Klassensprecherin

Klassensprekersche f, Pl.: Klassensprekerschen

Klassensprecherin

Klassensprekerin f, Pl.: Klassensprekerinnen

Klassenstärke

Klassenstärk f, Pl.: Klassenstärken

Klassenstärke

Klassenstärkd f, Pl.: Klassenstärkden

Klassenstärke

Klassenstärkde f, Pl.: Klassenstärkden

Klassenstufe

Schoolklass f, Pl.: Schoolklassen

Klassentreffen

Klassendrapen n, Pl.: Klassendrapen/~s

Klassentreffen

Klassendrepen n, Pl.: Klassendrepen/~s

Klassenunterschied

Klassenünnerscheed m, Pl.: Klassenünnerscheden

Klasseweib

Baasfro f, Pl.: Baasfroens

Klasseweib

Baasfru f, Pl.: Baasfruens

Königsklasse

Königsklass f

Lohnsteuerklasse

Lohnstüerklass f, Pl.: Lohnstüerklassen

Mittelklasse

Middelklass f, Pl.: Middelklassen

Mittelklassewagen

Middelklassauto n, Pl.: Middelklassautos

Mittelklassewagen

Middelklasswagen m, Pl.: Middelklasswagens

Oberklasse

böverste/bövelste Klass f, Pl.: böverste/bövelste Klassen

Oberklasse [Oberschicht]

Böverschicht f, Pl.: Böverschichten

Oberklasse [Oberschicht]

Pl.: de groten Lüüd

Oberklasse [Oberschicht]

Pl.: de Groten

Oberklasse [Oberschicht]

Pl.: de hogen Lüüd

Oberklasse [Oberschicht]

Pl.: de Hogen

Oberklasse [Oberschicht]

Establishment n

Ortsklasse

Oortsklass f, Pl.: Oortsklassen

Preisklasse

Priesklass f, Pl.: Priesklassen

Schulklasse

Schoolklass f, Pl.: Schoolklassen

Sonderklasse [hervorragende Qualität]

Extraklass f

Sonderklasse [Förderklasse]

Sünnerklass f, Pl.: Sünnerklassen

Spielklasse

Speelklass f, Pl.: Speelklassen

Spitzenklasse

Toppklass f, Pl.: Toppklassen

Steuerklasse

Stüerklass f, Pl.: Stüerklassen

Unterklasse

Ünnerklass f, Pl.: Ünnerklassen

Wagenklasse

Wagenklass f, Pl.: Wagenklassen

Weltklasse

Weltformat n

Weltklasse

Weltklass f

Weltklassefahrer

Weltklassfohrer m, Pl.: Weltklassfohrers

Weltklassefahrer

Weltklassföhrer m, Pl.: Weltklassföhrers

Weltklassefahrerin

Weltklassfohrersche f, Pl.: Weltklassfohrerschen

Weltklassefahrerin

Weltklassfohrerin f, Pl.: Weltklassfohrerinnen

Weltklassefahrerin

Weltklassföhrersche f, Pl.: Weltklassföhrerschen

Weltklassefahrerin

Weltklassföhrerin f, Pl.: Weltklassföhrerinnen

Weltklassefrau

Weltklassfro f, Pl.: Weltklassfroens

Weltklassefrau

Weltklassfru f, Pl.: Weltklassfruens

Weltklasseläufer

Weltklasslöper m, Pl.: Weltklasslöpers

Weltklasseläuferin

Weltklasslöpersche f, Pl.: Weltklasslöperschen

Weltklasseläuferin

Weltklasslöperin f, Pl.: Weltklasslöperinnen

Weltklasseleute

Pl.: Weltklasslüüd

Weltklassemann

Weltklasskeerl m, Pl.: Weltklasskeerls

Weltklassemann

Weltklassmann m, Pl.: Weltklasslüüd

Weltklassespieler

Weltklassspeler m, Pl.: Weltklassspelers

Weltklassespielerin

Weltklassspelersche f, Pl.: Weltklassspelerschen

Weltklassespielerin

Weltklassspelerin f, Pl.: Weltklassspelerinnen

Zweiklassengesellschaft

Tweeklassensellschop f, Pl.: Tweeklassensellschoppen

Zweiklassenmedizin

Tweeklassenmedizin f

Zweite-Klasse-Wagen

Twete-Klass-Wagen m, Pl.: Twete-Klass-Wagens

Verbenanzeigen

jmdn/etw zurücklassen [jmdn/etw nicht mitnehmen]

een/wat dorlaten

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
laten; laat, laat	ik	laat	leet/lööt	laten
	du	lettst/löttst	leetst/löötst
	he/se/dat	lett/lött	leet/lööt
	wi/ji/Se/se	laat (laten)	leten/löten