SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Substantive
Feld
[Weide~/Pflugland]
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Gruppe
[von Personen/Tieren]
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Herde
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
die
Koppel
[in allen hd Bed außer Uniformriemen]
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Meute
[von Hunden]
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Pulk
[von Personen/Tieren]
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Rudel
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Schar
[als verbundene Gruppe Menschen/Tiere gedacht]
Koppel
f
, Pl.: Koppeln
Wolfsrudel
Koppel
f
Wülv, Pl.: Koppeln ...
Seilschaft
[in allen hd Bed]
faste
Koppel
f
, Pl.: faste Koppeln
Verben
etw
koppeln
wat
koppeln
Konjugation
×
Konjugation von koppeln
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koppeln; koppel, koppelt
ik
koppel
koppel
(koppelde)
koppelt
du
koppelst
koppelst
(koppeldest)
he/se/dat
koppelt
koppel
(koppelde)
wi/ji/Se/se
koppelt
(koppeln)
koppeln
(koppelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw mit etw
koppeln
wat mit wat
koppeln
Konjugation
×
Konjugation von koppeln
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koppeln; koppel, koppelt
ik
koppel
koppel
(koppelde)
koppelt
du
koppelst
koppelst
(koppeldest)
he/se/dat
koppelt
koppel
(koppelde)
wi/ji/Se/se
koppelt
(koppeln)
koppeln
(koppelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
welche
koppeln
[Tiere aneinanderbinden]
wölk/welk
koppeln
Konjugation
×
Konjugation von koppeln
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koppeln; koppel, koppelt
ik
koppel
koppel
(koppelde)
koppelt
du
koppelst
koppelst
(koppeldest)
he/se/dat
koppelt
koppel
(koppelde)
wi/ji/Se/se
koppelt
(koppeln)
koppeln
(koppelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
weitere Treffer anzeigen
weitere Treffer
Substantive
anzeigen
Arbeitsgruppe
Arbeitskoppel
f
, Pl.: Arbeitskoppeln
Arbeitskreis
Arbeitskoppel
f
, Pl.: Arbeitskoppeln
Hundemeute
Hunnkoppel
f
, Pl.: Hunnkoppeln
Hundemeute
Hunnenkoppel
f
, Pl.: Hunnenkoppeln
Pferdekoppel
Peerkoppel
f
, Pl.: Peerkoppeln
Rübenacker
Rövenkoppel
f
, Pl.: Rövenkoppeln
Wolfsrudel
Wulfskoppel
f
, Pl.: Wulfskoppeln
Verben
anzeigen
jmdn/etw
abkoppeln
een/wat
afkoppeln
Konjugation
×
Konjugation von koppeln
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koppeln; koppel, koppelt
ik
koppel
koppel
(koppelde)
koppelt
du
koppelst
koppelst
(koppeldest)
he/se/dat
koppelt
koppel
(koppelde)
wi/ji/Se/se
koppelt
(koppeln)
koppeln
(koppelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
jmdn/etw
ankoppeln
een/wat
ankoppeln
Konjugation
×
Konjugation von koppeln
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koppeln; koppel, koppelt
ik
koppel
koppel
(koppelde)
koppelt
du
koppelst
koppelst
(koppeldest)
he/se/dat
koppelt
koppel
(koppelde)
wi/ji/Se/se
koppelt
(koppeln)
koppeln
(koppelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
zum Seitenanfang