SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Substantive
Beurteilungsgrundsätze
Pl.: Grundsätz för't Beoordelen
Kritik
[Beurteilung, Besprechung]
Beoordelen
f
, Pl.: Beoordelen/~s
Verben
kritisieren
[beurteilen, besprechen]
beoordelen
Konjugation
×
Konjugation von oordelen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
oordelen; oordeel, oordeelt
ik
oordeel
oordeel
(oordeelde)
oordeelt
du
oordeelst
oordeelst
(oordeeldest)
he/se/dat
oordeelt
oordeel
(oordeelde)
wi/ji/Se/se
oordeelt
(oordelen)
oordelen
(oordeelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
über etw
befinden
wat
beoordelen
Konjugation
×
Konjugation von oordelen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
oordelen; oordeel, oordeelt
ik
oordeel
oordeel
(oordeelde)
oordeelt
du
oordeelst
oordeelst
(oordeeldest)
he/se/dat
oordeelt
oordeel
(oordeelde)
wi/ji/Se/se
oordeelt
(oordelen)
oordelen
(oordeelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
beurteilen
wat
beoordelen
Konjugation
×
Konjugation von oordelen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
oordelen; oordeel, oordeelt
ik
oordeel
oordeel
(oordeelde)
oordeelt
du
oordeelst
oordeelst
(oordeeldest)
he/se/dat
oordeelt
oordeel
(oordeelde)
wi/ji/Se/se
oordeelt
(oordelen)
oordelen
(oordeelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
evaluieren
[etw beurteilen]
wat
beoordelen
Konjugation
×
Konjugation von oordelen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
oordelen; oordeel, oordeelt
ik
oordeel
oordeel
(oordeelde)
oordeelt
du
oordeelst
oordeelst
(oordeeldest)
he/se/dat
oordeelt
oordeel
(oordeelde)
wi/ji/Se/se
oordeelt
(oordelen)
oordelen
(oordeelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
weitere Treffer anzeigen
weitere Treffer
Substantive
anzeigen
Mitarbeiterbeurteilung
[das Beurteilen + das Urteil]
Mitarbeiderbeoordelen
f
zum Seitenanfang