Netzwörterbuch (SASS Plattdeutsch)

Hochdeutsch

Plattdeutsch

direkte Treffer

Verben

teeren

teren

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
teren; teer, teert	ik	teer	teer (teerde)	teert
	du	teerst	teerst (teerdest)
	he/se/dat	teert	teer (teerde)
	wi/ji/Se/se	teert (teren)	teren (teerden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

zum Seitenanfang