SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Verben
schalen
[Verschalung anfertigen]
schalen
Konjugation
×
Konjugation von schalen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
schalen; schaal, schaalt
ik
schaal
schaal
(schaalde)
schaalt
du
schaalst
schaalst
(schaaldest)
he/se/dat
schaalt
schaal
(schaalde)
wi/ji/Se/se
schaalt
(schalen)
schalen
(schaalden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
weitere Treffer anzeigen
weitere Treffer
Substantive
anzeigen
Schalentier
Schellendeert
n
, Pl.: Schellendeerten
Verben
anzeigen
etw
einschalen
wat
inschalen
Konjugation
×
Konjugation von schalen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
schalen; schaal, schaalt
ik
schaal
schaal
(schaalde)
schaalt
du
schaalst
schaalst
(schaaldest)
he/se/dat
schaalt
schaal
(schaalde)
wi/ji/Se/se
schaalt
(schalen)
schalen
(schaalden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
verschalen
wat
verschalen
Konjugation
×
Konjugation von schalen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
schalen; schaal, schaalt
ik
schaal
schaal
(schaalde)
schaalt
du
schaalst
schaalst
(schaaldest)
he/se/dat
schaalt
schaal
(schaalde)
wi/ji/Se/se
schaalt
(schalen)
schalen
(schaalden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
zum Seitenanfang