Netzwörterbuch (SASS Plattdeutsch)

Hochdeutsch

Plattdeutsch

direkte Treffer

Verben

etw reglementieren

wat streng regeln

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
regeln; regel, regelt	ik	regel	regel (regelde)	regelt
	du	regelst	regelst (regeldest)
	he/se/dat	regelt	regel (regelde)
	wi/ji/Se/se	regelt (regeln)	regeln (regelden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

etw reglementieren

wat reglementeren (selten)

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
reglementeren; reglementeer, reglementeert	ik	reglementeer	reglementeer (reglementeerde)	reglementeert
	du	reglementeerst	reglementeerst (reglementeerdest)
	he/se/dat	reglementeert	reglementeer (reglementeerde)
	wi/ji/Se/se	reglementeert (reglementeren)	reglementeren (reglementeerden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

zum Seitenanfang