SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Substantive
Aburteilung
Veroordelen
n
Verurteilung
Veroordelen
f
, Pl.: Veroordelen/~s
Verben
jmdn
aburteilen
[jmdn verurteilen]
een
veroordelen
Konjugation
×
Konjugation von oordelen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
oordelen; oordeel, oordeelt
ik
oordeel
oordeel
(oordeelde)
oordeelt
du
oordeelst
oordeelst
(oordeeldest)
he/se/dat
oordeelt
oordeel
(oordeelde)
wi/ji/Se/se
oordeelt
(oordelen)
oordelen
(oordeelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw/jmdn
verurteilen
wat/een
veroordelen
Konjugation
×
Konjugation von oordelen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
oordelen; oordeel, oordeelt
ik
oordeel
oordeel
(oordeelde)
oordeelt
du
oordeelst
oordeelst
(oordeeldest)
he/se/dat
oordeelt
oordeel
(oordeelde)
wi/ji/Se/se
oordeelt
(oordelen)
oordelen
(oordeelden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
zum Seitenanfang