SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Substantive
Auto
Koor
f
(scherzh)
, Pl.: Koren
Karre
Koor
[o:]
f
, Pl.: Koren
Karren
Koor
[o:]
f
, Pl.: Koren
schottische
Karre
schottsche
Koor
[o:]
f
, Pl.: schottsche Koren
Verben
etw
karren
wat
koren
[o:]
Konjugation
×
Konjugation von koren
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koren; koor, koort
ik
koor
koor
(koorde)
koort
du
koorst
koorst
(koordest)
he/se/dat
koort
koor
(koorde)
wi/ji/Se/se
koort
(koren)
koren
(koorden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
weitere Treffer anzeigen
weitere Treffer
Substantive
anzeigen
Bibliothekar
Bibliothekor
m
, Pl.: Bibliothekoren
Dreckkarren
Schietkoor
f
, Pl.: Schietkoren
Elektrokarre
Elektrokoor
f
, Pl.: Elektrokoren
Elektrokarren
Elektrokoor
f
, Pl.: Elektrokoren
klapprige
Karre
Klapperkoor
f
, Pl.: Klapperkoren
Kippkarre
Kippkoor
f
, Pl.: Kippkoren
Klapperkarre
[klappriges Fahrzeug]
Klapperkoor
f
, Pl.: Klapperkoren
Plapperer
Rappelkoor
f
, Pl.: Rappelkoren
Plapperin
Rappelkoor
f
, Pl.: Rappelkoren
Plappermaul
Rappelkoor
f
, Pl.: Rappelkoren
Plappertasche
Rappelkoor
f
, Pl.: Rappelkoren
Plapprer
Rappelkoor
f
, Pl.: Rappelkoren
Sackkarre
Sackkoor
f
, Pl.: Sackkoren
Schubkarre
Schuufkoor
f
, Pl.: Schuufkoren
Schubkarren
Schuufkoor
f
, Pl.: Schuufkoren
Sturzkarre
[Kippkarre]
Stortkoor
f
, Pl.: Stortkoren
Sturzkarre
[Kippkarre]
Störtkoor
f
, Pl.: Störtkoren
Vikar
Vikor
m
, Pl.: Vikoren
Verben
anzeigen
etw
zusammenkarren
wat
tohoopkoren
Konjugation
×
Konjugation von koren
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koren; koor, koort
ik
koor
koor
(koorde)
koort
du
koorst
koorst
(koordest)
he/se/dat
koort
koor
(koorde)
wi/ji/Se/se
koort
(koren)
koren
(koorden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
zusammenkarren
wat
tosamenkoren
Konjugation
×
Konjugation von koren
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koren; koor, koort
ik
koor
koor
(koorde)
koort
du
koorst
koorst
(koordest)
he/se/dat
koort
koor
(koorde)
wi/ji/Se/se
koort
(koren)
koren
(koorden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
wegkarren
wat
wegkoren
Konjugation
×
Konjugation von koren
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
koren; koor, koort
ik
koor
koor
(koorde)
koort
du
koorst
koorst
(koordest)
he/se/dat
koort
koor
(koorde)
wi/ji/Se/se
koort
(koren)
koren
(koorden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
zum Seitenanfang