SASS
Plattdeutsches
Netzwörterbuch
SASS Plattdeutsche Lehrmaterialien
öffnen
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hoch > Platt
Platt > Hoch
Suchen
Menü
Förderer
Aussprachehinweise
Benutzungshinweise
Abkürzungsverzeichnis
Allgemeine Informationen
Bücher
Fehrs-Gilde
Hochdeutsch
Plattdeutsch
direkte Treffer
Verben
etw
edieren
wat
ederen
[εɪ]
Konjugation
×
Konjugation von ederen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
ederen; edeer, edeert
ik
edeer
edeer
(edeerde)
edeert
du
edeerst
edeerst
(edeerdest)
he/se/dat
edeert
edeer
(edeerde)
wi/ji/Se/se
edeert
(ederen)
ederen
(edeerden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
weitere Treffer anzeigen
weitere Treffer
Verben
anzeigen
etw
torpedieren
[in allen hd Bed]
wat
torpederen
Konjugation
×
Konjugation von torpederen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
torpederen; torpedeer, torpedeert
ik
torpedeer
torpedeer
(torpedeerde)
torpedeert
du
torpedeerst
torpedeerst
(torpedeerdest)
he/se/dat
torpedeert
torpedeer
(torpedeerde)
wi/ji/Se/se
torpedeert
(torpederen)
torpederen
(torpedeerden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
etw
zedieren
wat
zederen
[εɪ]
Konjugation
×
Konjugation von zederen
Infinitiv; Imperativ (sg, pl)
Person
Präsens
Präteritum
Partizip II
zederen; zedeer, zedeert
ik
zedeer
zedeer
(zedeerde)
zedeert
du
zedeerst
zedeerst
(zedeerdest)
he/se/dat
zedeert
zedeer
(zedeerde)
wi/ji/Se/se
zedeert
(zederen)
zederen
(zedeerden)
(in Klammern regionale Nebenformen)
zum Seitenanfang