Netzwörterbuch (SASS Plattdeutsch)

Hochdeutsch

Plattdeutsch

direkte Treffer

Verben

zwischen welchen vermitteln

twüschen wölk/welk vermiddeln

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
vermiddeln; vermiddel, vermiddelt	ik	vermiddel	vermiddel (vermiddelde)	vermiddelt
	du	vermiddelst	vermiddelst (vermiddeldest)
	he/se/dat	vermiddelt	vermiddel (vermiddelde)
	wi/ji/Se/se	vermiddelt (vermiddeln)	vermiddeln (vermiddelden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

etw/jmdn vermitteln

wat/een vermiddeln

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
vermiddeln; vermiddel, vermiddelt	ik	vermiddel	vermiddel (vermiddelde)	vermiddelt
	du	vermiddelst	vermiddelst (vermiddeldest)
	he/se/dat	vermiddelt	vermiddel (vermiddelde)
	wi/ji/Se/se	vermiddelt (vermiddeln)	vermiddeln (vermiddelden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

jmdm etw vermitteln [Arbeitsstelle]

een wat vermiddeln

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
vermiddeln; vermiddel, vermiddelt	ik	vermiddel	vermiddel (vermiddelde)	vermiddelt
	du	vermiddelst	vermiddelst (vermiddeldest)
	he/se/dat	vermiddelt	vermiddel (vermiddelde)
	wi/ji/Se/se	vermiddelt (vermiddeln)	vermiddeln (vermiddelden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

jmdm etw vermitteln [Wissen]

een wat wiedergeven

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
geven; giff/geev, geevt	ik	geev	geev	geven
	du	giffst	geevst
	he/se/dat	gifft	geev
	wi/ji/Se/se	geevt (geven)	geven

(in Klammern regionale Nebenformen)

jmdm etw vermitteln [vom Bericht: Einsicht/Wissen]

een wat geven

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
geven; giff/geev, geevt	ik	geev	geev	geven
	du	giffst	geevst
	he/se/dat	gifft	geev
	wi/ji/Se/se	geevt (geven)	geven

(in Klammern regionale Nebenformen)

weitere Treffer anzeigen

zum Seitenanfang