Netzwörterbuch (SASS Plattdeutsch)

Hochdeutsch

Plattdeutsch

direkte Treffer

Verben

jmdn stigmatisieren

een brandmarken

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
marken; mark, markt	ik	mark	mark (markde, markede)	markt
	du	markst	markst (markdest, markedest)
	he/se/dat	markt	mark (markde, markede)
	wi/ji/Se/se	markt (marken)	marken (markden, markeden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

jmdn stigmatisieren

een stigmatiseren

Infinitiv; Imperativ (sg, pl)	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
stigmatiseren; stigmatiseer, stigmatiseert	ik	stigmatiseer	stigmatiseer (stigmatiseerde)	stigmatiseert
	du	stigmatiseerst	stigmatiseerst (stigmatiseerdest)
	he/se/dat	stigmatiseert	stigmatiseer (stigmatiseerde)
	wi/ji/Se/se	stigmatiseert (stigmatiseren)	stigmatiseren (stigmatiseerden)

(in Klammern regionale Nebenformen)

zum Seitenanfang